-
1 Häuptling
-
2 pack
n. pakket; pakje; horde; troep, zwerm; groep; verband; zalf--------v. (in)pakken, zijn koffer pakkenpack1[ pæk]1 pak ⇒ (rug)zak; last; bepakking; verpakking; pakket2 pak ⇒ hoop; pak vis/vlees/fruit; (verpakte) vangst/oogst 〈 van een seizoen〉; 〈 Brits-Engels〉 pak/spel kaarten; 〈 Amerikaans-Engels〉 pakje 〈 sigaretten〉♦voorbeelden:pack of nonsense • hoop onzinthis season's pack of salmon • de zalmvangst van dit seizoenII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 troep ⇒ bende; horde, meute 〈 jachthonden bijvoorbeeld〉; vloot 〈 van onderzeeërs, gevechtsvliegtuigen〉; 〈 sport〉 peloton; 〈 rugby〉 pack 〈 de voorwaartsen van een team〉♦voorbeelden:————————pack23 samenklitten ⇒ samenklonteren, zich verenigen♦voorbeelden:3 pack into • zich verdringen/persen inII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 op zak hebben 〈 pistool bijvoorbeeld〉 ⇒ bij de hand hebben♦voorbeelden:packed lunch • lunchpakketthe theatre was packed with people • het theater was afgeladen -
3 gang
n. groep mensen, (boeven)bende, troep, kliek, ploeg--------v. vormen van een groep; vormen van een opstand; verbinden[ gæng]1 〈 benaming voor〉 groep mensen ⇒ (boeven/gangster)bende; troep; 〈 informeel〉 kliek, coterie; ploeg 〈 arbeiders〉 -
4 compact
adj. samengeperst; gekoncentreerd; kompakt--------n. kleine auto; overeenkomst, verdrag; poederdoosje--------v. een overeenkomst aangaan; sluiting van verbondcompact1[ kompækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 overeenkomst ⇒ verbond, verdrag————————compact2[ kəmpækt] 〈bijvoeglijk naamwoord; compactness〉2 compact ⇒ bondig, beknopt♦voorbeelden:1 compactly built • met een stevig/gedrongen postuur————————compact3II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 samenpakken ⇒ samenpersen, opeenhopen♦voorbeelden: -
5 chef
chef, cheffin1 [baas] boss ⇒ leader 〈van bende/delegatie〉, head 〈van organisatie/afdeling/school〉, 〈 hoger geplaatste〉 chief, 〈 hoger geplaatste〉 superior (officer), 〈 patroon〉 principal, 〈 patroon〉 employer, 〈 bedrijfsleider〉 manager, 〈 stationschef〉 stationmaster♦voorbeelden:1 chef van een afdeling • head/manager of a departmentchef de clinique • ±senior consultant, head of department〈 sport〉 chef de mission • skipper/head of the delegation -
6 gangster
-
7 dacoity
n. (in India en Burma) diefstal of andere gewelddadigemisdaad gepleegd door een bende van georganiseerde criminelen -
8 mosstrooper
n. dief, rover, iemand behorende bij een bende plunderaars of bandieten die in de de moerassen van Engelse en Schotse grenzen werkzaam waren gedurende de 17-de Eeuw -
9 smala
-
10 Schweinerei
Schweinerei〈v.; Schweinerei, Schweinereien〉1 zwijnenboel, rotzooi ⇒ smeerlapperij2 vuile, gemene streek, gemeenheid3 vuile, schuine mop, vuile praat♦voorbeelden: -
11 eine Schweinerei anrichten
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Schweinerei anrichten
-
12 vies
♦voorbeelden:een vies drankje • une boisson dégoûtantevies eten • de la nourriture infecteeen vieze lucht • une mauvaise odeureen tegenstander op een vieze manier onderuit halen • faucher vilainement un adversairewat een vies weer! • quel sale temps!dat smaakt niet vies! • c'est pas sale!het ziet er vies uit • c'est dégoûtantte vies om aan te raken • à ne pas toucher avec des pincettesvieze praatjes • saletésbij een vies zaakje betrokken zijn • être embringué dans une sale affairezij zijn tegen alles wat vies en voos is • ils combattent tout ce qu'ils considèrent comme immoralergens niet vies van zijn • ne pas cracher sur qc.ergens vies van zijn • détester qc.vies bij (zijn) • (être) débrouillard -
13 band
n. band; orkest; bende--------v. verenigen; een band aanbrengenband1[ bænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bende ⇒ groep, troep3 band ⇒ (dans)orkestje, fanfare, popgroep♦voorbeelden:1 a band of light • een lichtstreep/strooka black band round his hat • een zwart(e) lint/band om zijn hoeda rubber band • een elastiekjea pair of bands • bef¶ the band begins to play • nu wordt het ernstig/menens————————band2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 ring
n. bel; ring; cirkel; kring; geluid; piste--------v. bellen, telefoneren; omsingelen, omringenring1[ ring]1 ring ⇒ kring; piste, arena♦voorbeelden:her offer has a suspicious ring • er zit een luchtje aan haar aanbodII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 het boksen ⇒ bokswereld, ring2 circus ⇒ circuswereld, piste♦voorbeelden:————————ring2〈 werkwoord〉————————ring32 bellen ⇒ de klok luiden, aanbellen♦voorbeelden:1 ring true • oprecht/gemeend ken→ ring up ring up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen/laten rinkelen ⇒ luiden♦voorbeelden:→ ring up ring up/ -
15 gang
gang1〈de〉♦voorbeelden:de gang van zaken is als volgt • la procédure est la suivantede gewone gang van zaken • le cours ordinaire des choseshij ging zijn oude gang • il ne changea rien à ses habitudeshet feest is in volle gang • la fête bat son pleinaan de gang zijn • être en coursga je gang maar • vas-yz'n gewone gang gaan • suivre son coursiemand zijn gang laten gaan • laisser faire qn.gaat uw gang • je vous en prieiemands gangen nagaan • observer les allées et venues de qn.de les was al aan de gang • la classe avait déjà commencéeen motor aan de gang krijgen • parvenir à mettre un moteur en marcheaan de gang gaan • s'y mettreeen proces in gang zetten • déclencher un processusde (dagelijkse) gang naar school • le chemin (journalier) à l'écolegoed op gang komen • être lancé〈 figuurlijk〉 iemand op gang helpen • aider qn. à démarreriets op gang brengen • mettre qc. en route————————gang2〈de〉 -
16 Gang
Gang1〈m.; Gang(e)s, Gänge〉♦voorbeelden:seinen (alten, gewohnten) Gang gehen • zijn (gewone) gang(etje) gaanim Gang(e), in Gang sein • (a) werken, in werking zijn; 〈 (b) figuurlijk〉aan de gang zijn, gaande zijnetwas in Gang halten • iets aan de gang houdenin Gang kommen • op gang komeneinen schweren, bitteren Gang tun, gehen 〈 ook figuurlijk〉 • een zware, moeilijke tocht ondernemenauf meinem Gang zur Schule • op (mijn) weg naar schoolder Gang zum Verfassungsgericht • het zich wenden tot, het in beroep gaan bij het Constitutioneel Hof〈 figuurlijk〉 einen Gang zurückschalten • het kalmer aan doen, gas terugnemen8 toter Gang • dode, verloren gang————————Gang2〈m.; Gangs〉 〈 scheepvaart〉————————Gang3〈v.; Gang, Gangs〉 -
17 platzen
platzen2 openbarsten ⇒ open-, losspringen♦voorbeelden:platzen vor Neugier • barsten van nieuwsgierigheidplatzen vor Gesundheit • in blakende welstand verkerenzum Platzen voll • barstensvoles ist zum Platzen • het is om uit je vel te springendadurch ist unser Urlaub geplatzt • daardoor is onze vakantie de mist ingegaandie Verlobung ist geplatzt • de verloving is uit♦voorbeelden:1 bitte, platzen Sie sich! • gaat u zitten! -
18 crowd
n. menigte, massa; groep; vriendenkring; hoop, stapel--------v. vullen; volproppen; dringencrowd1[ kraud]2 (wanordelijke) bende ⇒ pan, troep♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:¶ follow/move with/go with the crowd • in de pas lopen, zich conformeren aan de massaraise oneself/rise above the crowd • boven de massa uitstijgen————————crowd21 samendrommen ⇒ elkaar/zich verdringen♦voorbeelden:1 people crowded in/round • mensen dromden samen/verdrongen elkaarcrowd (all) together • (allemaal) op een kluitje gaan staanII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 proppen ⇒ persen, (dicht) op/tegen elkaar drukken♦voorbeelden:¶ crowd out • buitensluiten, verdringen
См. также в других словарях:
Tueries du Brabant — « Les tueries du Brabant » désigne une série de crimes et plus spécialement de braquages sanglants qui eurent lieu principalement dans la province de Brabant en Belgique, de 1982 à 1985. Sommaire 1 Description générale 2 Origine des… … Wikipédia en Français
Liste De Films Néerlandais — Liste de films néerlandais, par ordre chronologique Sommaire 1 Avant 1950 2 1950 1959 3 1960 1969 4 1970 1979 … Wikipédia en Français
Liste de films neerlandais — Liste de films néerlandais Liste de films néerlandais, par ordre chronologique Sommaire 1 Avant 1950 2 1950 1959 3 1960 1969 4 1970 1979 … Wikipédia en Français
Liste de films néerlandais — Liste de films néerlandais, par ordre chronologique Sommaire 1 Avant 1950 2 1950 1959 3 1960 1969 4 1970 1979 … Wikipédia en Français
Bande von Nijvel — Nijvel in der Provinz Wallonisch Brabant Die Bande von Nijvel (niederländisch Bende van Nijvel, französisch Les Tueurs du Brabant), in Ostbelgien auch als Killerbande von Brabant bekannt, ist eine Gruppe, die gemeinhin für das Massaker von… … Deutsch Wikipedia
Les Tueurs du Brabant — Nijvel in der Provinz Wallonisch Brabant Die Bande von Nijvel (niederländisch Bende van Nijvel, französisch Les Tueurs du Brabant) ist eine Gruppe, die gemeinhin für das Massaker von Brabant verantwortlich gemacht wird. Hierbei handelt es sich um … Deutsch Wikipedia
Massaker von Brabant — Nijvel in der Provinz Wallonisch Brabant Die Bande von Nijvel (niederländisch Bende van Nijvel, französisch Les Tueurs du Brabant) ist eine Gruppe, die gemeinhin für das Massaker von Brabant verantwortlich gemacht wird. Hierbei handelt es sich um … Deutsch Wikipedia
Tueries du Brabant — Nijvel in der Provinz Wallonisch Brabant Die Bande von Nijvel (niederländisch Bende van Nijvel, französisch Les Tueurs du Brabant) ist eine Gruppe, die gemeinhin für das Massaker von Brabant verantwortlich gemacht wird. Hierbei handelt es sich um … Deutsch Wikipedia
Dutch films of the 1980s — Cinema of the Netherlands List of Dutch films Pre 1910 1960s 1910s 1970s 1920s … Wikipedia
Old Frankish — Spoken in formerly the Netherlands, Belgium, Luxembourg, Northern France, Western Germany Era Evolved into Old Low Franconian by the 8th century Language family Indo European … Wikipedia
Louis Paul Boon — (15 March 1912 10 May 1979) was a Flemish journalist and novelist who is considered one of the major 20th century writers in the Dutch language. He forsook the literary Dutch of the Netherlands for regional Belgian Dutch words and expressions… … Wikipedia